Publicaties Volkskrant

Energie uit biomassa is een bron van onvrede

De tegenstand van het opstoken van planten en bomen voor energie komt vooral uit de hoek van de milieubeweging. Kunnen de pleitbezorgers van bio-stroom de aangevoerde argumenten weerleggen?

 

Bezwaren van de milieubeweging tegen biomassa zijn zeker geen verzinsel, erkent biomassa-expert prof. Jaap Kiel van ECN. Het gebruik van plantengewassen en bomen als brandstof voor energiecentrales en auto's heeft wel degelijk nadelen. Die gelden vooral op korte termijn, maar ze staan een glorieuze toekomst van biomassa in de weg. Het nu omstreden bijstoken van hout in kolencentrales is een tussenoplossing om klimaatdoelstellingen te halen, zegt Kiel. 'Op den duur hebben we biomassa niet meer nodig voor stroomopwekking, hoogstens als back-up voor windmolens en zonnepanelen. Tegen die tijd gaat het vooral om toepassingen in het vracht- en luchtverkeer en in de chemische industrie.'

Die technieken moeten dan wel de kans krijgen zich te ontwikkelen. ECN-manager Mark Overwijk: 'Het is wrang dat we hierover ruziemaken met de milieubeweging. Daar profiteert uiteindelijk de fossiele-energiesector van.'

De ontwikkelingen in de Nederlandse markt voor biomassa zijn op dit moment niet gunstig. De enige proeffabriek in Nederland die op een innovatieve manier energieblokjes maakt van snoeihout, Topell in Duiven, ging vorige maand bijna failliet omdat het onvoldoende kopers kan vinden. Net als andere vormen van duurzame energie kan biomassa nog niet concurreren met goedkope steenkool. Daar zijn subsidies voor nodig. De afzet van houtblokjes stagneert onder meer doordat subsidieregels uit het nieuwe energieakkoord op zich laten wachten.

Het Nederlandse DSM opende afgelopen augustus in de Verenigde Staten de eerste grote fabriek voor de tweede generatie biobrandstof. In plaats van voedingsgewassen gebruikt de fabriek alleen de resten van maïsplanten, zoals bladeren en stengels, om de biobrandstof ethanol te produceren. In Europa ziet DSM voorlopig geen kansen voor deze sector. Ook het Amsterdamse chemiebedrijf Avantium, dat in Geleen een succesvolle proeffabriek exploiteert om een biologische vervanger voor pet-flessen te maken, overweegt uit te wijken naar de Verenigde Staten voor de bouw van haar echte productiefabriek. Daarbij spelen overigens ook de lagere 'gewone' energieprijzen in de VS een rol, waardoor de fabriek goedkoper kan produceren.

 

Is dit een feit of een misverstand? Vier twistpunten

 

  1. Biobrandstof maakt voedsel duur.
    'Een onjuiste aantijging', vindt hoogleraar biomassa André Faaij. 'Het is gebaseerd op de sterke stijging van voedselprijzen in 2008, toen ook de productie van biobrandstof uit maïs in de Verenigde Staten toenam. De grootste stijging betrof echter rijst, die daarmee niets te maken had. Na 2008 zijn de voedselprijzen weer gedaald terwijl de productie van biobrandstof juist is gestegen. Maar het beeld is blijven kleven.'

 

  1. Door ruimtegebrek moeten we kiezen tussen brandstof of voedsel.
    Zelfs bij een stijgende voedselproductie kan biomassa worden geproduceerd - uit efficiëntere gewassen, door beter landgebruik, beter bosbeheer of op land dat nu nog onbenut blijft voor voedselproductie zoals verzilte gronden, zo stelt ECN. Cijfers over een toenemende ethanolproductie bij een gelijkblijvend of zelfs dalend gebruik van akkerland in de Verenigde Staten zouden dat bevestigen.

 

  1. Kolencentrales stoken bomen uit niet-duurzaam beheerde bossen.
    'Het beeld dat er hele bomen worden verbrand, klopt al niet', zegt Faaij. 'Het gaat om schaafsel en schraapsel dat een bijproduct is van houtproductie. Dat komt inderdaad uit bossen (uit Amerika, red.) die niet het door de milieubeweging gewenste FSC-keurmerk hebben. Maar wat hier wordt opgestookt, komt uit bossen waar strengere eisen gelden dan het keurmerk voorschrijft.'

 

  1. Verbranden is zonde; de chemische industrie heeft het veel harder nodig.
    Dat regelt de markt, denkt prof. Jaap Kiel van ECN. Als grondstof voor de chemische industrie, waar ze olie en gas kunnen vervangen, leveren chemicaliën uit biomassa veel meer op (tussen 500 euro en 10 duizend euro per ton) dan als brandstof voor energiecentrales (100 euro per ton). Andere duurzame bronnen als zon en wind zullen de stroomopwekking door biobrandstof gaandeweg overnemen.

 

Bron: Volkskrant

Auteur: Jeroen Trommelen


Terug