Publicaties Nieuws

Beantwoording vragen door GGD over de gezondheids- risico’s van de komst van drie biomassacentrales in Waddinxveen

GGD beantwoordt vragen

datum 7 maart 2019

betreft Beantwoording van uw vragen over de gezondheidsrisico’s van de komst van drie biomassacentrales in Waddinxveen

telefoon

e-mail

contactpersoon

 

Aan: mevrouw

CC: gemeente Waddinxveen

 

Geachte mevrouw,

 

Op 2 december 2018 heeft u in een e-mail aan de GGD vragen gesteld en uw bezorgdheid geuit over de komst van drie biomassacentrales in Waddinxveen en de gevolgen die deze kunnen hebben voor de gezondheid van omwonenden. In deze brief gaan wij in op uw vragen en bezorgdheid.

Uit uw e-mail hebben wij de volgende zorgen samengevat:

  1. De invloed van biomassacentrales op de luchtkwaliteit (fijnstof en roet, PAK's, NOx, SOx, ammoniak en CO2) van de aangrenzende wijken, inclusief de toename van het vrachtverkeer en de daaraan gekoppelde fijnstof uitstoot.
  2. De invloed van de biomassacentrales op geluidsoverlast voor de aangrenzende wijken.
  3. De invloed van de biomassacentrales op geuroverlast voor de aangrenzende wijken.
  4. Biomassacentrales worden gepromoot als een duurzame ontwikkeling, maar leiden juist tot meer CO2-uitstoot.
  5. Er is geen rekening gehouden met gezondheidsrisico’s door stapeleffecten uit de directe omgeving.
  6. Er is een gebrek aan vertrouwen in de handhaving bij klachten, bijvoorbeeld over geuroverlast.
  7. Er wordt pas een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd nadat de vergunningen worden verleend.
  8. De mogelijkheden van de gemeente om vergunningen niet te verlenen of in te trekken.

 

Situatiebeschrijving

Er zijn plannen voor de bouw van drie biomassacentrales aan de zuidwestelijke rand van de bebouwde kern van Waddinxveen. Deze biomassacentrales hebben ieder een vermogen van 14,9 Megawatt (MW), waardoor er geen vergunningplicht geldt voor het onderdeel milieu. Voor ieder van de drie biomassacentrales geldt wel dat deze moet voldoen aan de algemene eisen van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Door de Omgevingsdienst Midden Holland (hierna: ODMH) zijn verschillende stukken aangeleverd, waarvan enkele ook online in te zien zijn.

- informatie ten behoeve van de melding Activiteitenbesluit Milieubeheer (Wayland)

- documenten behorende bij omgevingsvergunning (Waddinxveense Groenrecycling Wagro B.V.)

- documenten behorende bij de aanvraag biomassa centrale Waddinxveen

 

Verder hebben wij informatie gebruikt uit de volgende stukken:

- Het verslag ‘Gesprek inhoud biomassacentrales tussen Gemeente, ondernemers, ODMH en inwoners’ (d.d. 15-1-2019), onder andere door uzelf opgesteld,

- Het rapport van het RIVM ‘Bio-energiecentrales. Inventariserend onderzoek naar milieuaspecten bij diverse energieopwekkingtechnieken met behulp van biomassa’ (2010)

 

Beantwoording van uw vragen:

  1. De invloed van biomassacentrales op de luchtkwaliteit (fijnstof en roet, PAK's, NOx, SOx, ammoniak en CO2) van de aangrenzende wijken, inclusief de toename van het vrachtverkeer en de daar aan gekoppelde fijnstof uitstoot.

 

Veel informatie over de verbranding van biomassa (van onder andere het RIVM en het Longfonds) is van toepassing op houtkachels van particulieren.

In tegenstelling tot houtkachels van particulieren, zijn biomassacentrales wettelijk verplicht om schone brandstoffen te verbranden en onder bepaalde emissiewaarden te blijven. Hoeveel een biomassacentrale bijdraagt aan de luchtverontreiniging is mede afhankelijk van het type brandstof dat wordt gebruikt en of de verbranding optimaal plaatsvindt. Ook bestaan er veel technieken om de rookgassen te reinigen (RIVM, 2010). Hierdoor zijn biomassacentrales niet één op één te vergelijken met houtkachels.

Desondanks komen er bij alle type verbranding schadelijke stoffen vrij die afhankelijk van de brandstof, hoeveelheid zuurstof en verbrandingstemperatuur in meer of mindere mate schadelijk kunnen zijn. Hieronder gaan we in op de stoffen SO2, ammoniak, PAK’s, CO2 fijnstof, roet en NO2.

De hoeveelheid zwaveloxiden (SOx) die de rook van een biomassacentrale maximaal mag bevatten is vastgelegd in het Activiteitenbesluit. Het is niet berekend hoeveel SO2 uiteindelijk terecht komt in de omgeving. Echter, over het algemeen zijn in Nederland de concentraties van SO2 zo laag dat deze stof geen rol van betekenis speelt in het veroorzaken van gezondheidseffecten. Hetzelfde geldt voor ammoniak. Wel vormen SO2 en ammoniak samen met andere luchtverontreinigende stoffen het gezondheidskundig relevante fijn stof.

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) ontstaan onder andere bij de verbranding van hout, en bevinden zich deels in het stof.

De uitstoot van CO2 is een landelijk (milieu)probleem, maar heeft geen direct effect op de gezondheid van omwonenden.

Voor zowel fijnstof (PM10, PM2,5 en roet) als NO2 is er geen drempelwaarde vast te stellen waaronder geen gezondheidseffecten optreden. Vanuit gezondheidskundig oogpunt is het wenselijk om in alle gevallen te streven naar een nog verdere verlaging van de blootstelling. De GGD adviseert dan ook om bij nieuwe ontwikkelingen de fijn stof en NO2 emissie zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te beperken.

Afhankelijk van het vermogen, de uitstoot en de uitstoothoogte dragen biomassacentrales in algemene zin bij aan de luchtverontreiniging op lokaal of regionaal niveau. Voor de gezondheid van omwonenden is vooral de bijdrage aan de lokale luchtkwaliteit belangrijk. De stoffen afkomstig van de biomassacentrales, zullen zich door de lucht verspreiden, waardoor verdunning optreedt. Hoe hoger het emissiepunt, hoe groter de kans op verspreiding en verdunning. Na een bepaald aantal meter zal de luchtkwaliteit weer vergelijkbaar zijn met de achtergrondconcentratie. Waar dat omslagpunt ligt, is in dit geval erg belangrijk: als op enkele meters afstand van de biomassacentrales de achtergrondconcentratie weer wordt bereikt, blijft de luchtkwaliteit voor de omliggende wijken hetzelfde.

Vanuit gezondheid gezien is het dus belangrijk dat er gekeken wordt naar de concentratie van stoffen (met name fijn stof, roet en NO2) op leefniveau, dus naar de luchtkwaliteit in de wijk. De bijdrage van de biomassacentrales aan de lokale luchtkwaliteit is echter op dit moment niet bekend. Het is daarmee niet mogelijk om te bepalen aan welke stoffen en in welke mate omwonenden worden blootgesteld.

Meer inzicht in de bijdrage van de biomassacentrales aan de lokale luchtkwaliteit zou voor u en andere omwonenden een deel van de huidige onzekerheid wegnemen.

 

  1. De invloed van de biomassacentrales op geluidsoverlast voor de aangrenzende wijken.

 

Een biomassacentrale kan voor geluidshinder zorgen wanneer de biomassa bij de verbrandingsinstallatie wordt gechipt of geshredderd. Volgens het verslag ‘Gesprek inhoud biomassacentrales tussen Gemeente, ondernemers, ODMH en inwoners’ wordt het aangekochte hout versnipperd op de locatie waar het vandaan komt. Dit zou betekenen dat de geluidshinder voor de aangrenzende wijken minimaal is.

Wel kan het transport van biomassa voor geluidshinder zorgen, zeker als dit in de nacht plaatsvindt. Uit de aangeleverde stukken is niet duidelijk op te maken of er bij de transportroutes en –tijden rekening is gehouden met mogelijke hinder.

 

  1. De invloed van de biomassacentrales op geuroverlast voor de aangrenzende wijken.

 

Volgens het verslag ‘Gesprek inhoud biomassacentrales tussen Gemeente, ondernemers, ODMH en inwoners’ hebben de ondernemers aangegeven dat het verbranden van biomassa niet zal leiden tot geuroverlast. Wel kan er bij het storten en open en dicht gaan van de deuren geur naar buiten vrijkomen. Ook zou het drogen van natte biomassa tot geurhinder kunnen leiden.

Ook al neemt de (berekende) geurbelasting niet of weinig toe, er kan voor omwonenden in de praktijk wel sprake zijn van geurhinder. Het is bekend dat in de afgelopen zomer veel klachten over geurhinder zijn binnengekomen van een al bestaand composteringsbedrijf. Vanuit gezondheidskundig oogpunt is het belangrijk dat de geurhinder van dit bedrijf wordt teruggebracht en van andere bedrijven wordt voorkomen. Geurhinder kan leiden tot verschillende gezondheidsklachten, zoals misselijkheid, hoofdpijn, prikkeling van slijmvliezen, irritatie van ogen en neus en slaapproblemen. Geurhinder heeft dus een negatief effect op de gezondheid, en moet zoveel mogelijk voorkomen worden.

 

  1. Biomassacentrales worden gepromoot als een duurzame ontwikkeling, maar leiden juist tot meer CO2-uitstoot.

 

U beschikt over het artikel van KNAW (2015) dat hier meer toelichting op geeft. Vanuit het perspectief van gezondheid kunnen we geen antwoord op geven op deze vraag.

 

  1. Er is geen rekening gehouden met gezondheidsrisico’s door stapeleffecten uit de directe omgeving.

 

In de gegevens die de GGD ontvangen heeft is het gecombineerde effect van drie biomassacentrales niet inzichtelijk gemaakt. Gecombineerde effecten zijn inderdaad wel van belang voor de gezondheid van omwonenden, net als de bijdrage van andere bronnen uit de directe omgeving.

 

  1. Er is een gebrek aan vertrouwen in de handhaving bij klachten, bijvoorbeeld over geuroverlast.

 

U geeft aan dat u, door de huidige ervaringen met geuroverlast, het vertrouwen in handhaving heeft verloren.

Hinder kan optreden, ook ónder een bepaalde wettelijke (milieu)norm of vergunde ruimte. In die gevallen is het voor het bevoegd gezag moeilijk om handhavend op te treden.

Voor gezondheid maakt het niet uit of de hinder al dan niet het gevolg is van normoverschrijding. Vanuit de GGD adviseren we in hindersituaties dat er afspraken worden gemaakt tussen omwonenden, ondernemers en de gemeente. Het gaat om afspraken zoals:

- Een duidelijke klachtenprocedure, waarbij iemand met een klacht inzicht krijgt in hoe deze wordt afgehandeld. Eventueel is er de mogelijkheid om ook rechtstreeks bij de ondernemer klachten te melden. De ondernemer kan wellicht direct actie ondernemen om hinder te beperken.

- Actieve communicatie tussen ondernemers en omwonenden (via internet, social media of persoonlijk) over momenten waarop hinder kan voorkomen, hoe lang dit mogelijk gaat duren en welke maatregelen zij nemen om de hinder te verminderen. Een gemeente kan hierin mogelijk een faciliterende rol spelen.

 

  1. Er wordt pas een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd nadat de vergunningen worden verleend.

 

Het is positief dat de gemeenteraad Waddinxveen de opdracht heeft gegeven om een luchtkwaliteitsonderzoek op te stellen om meer inzicht te krijgen in de lokale luchtkwaliteit. Het is voor u als inwoner echter nog onduidelijk of de resultaten van het onderzoek de situatie in de praktijk kunnen beïnvloeden. Afspraken over wat er met de resultaten van het onderzoek gaat gebeuren, en bij welke resultaten aanvullende actie ondernomen gaat worden, zou de status van dit onderzoek voor omwonenden helderder kunnen maken.

Wat betreft gezondheid kan het luchtkwaliteitsonderzoek een beter beeld geven van de blootstelling van omwonenden aan luchtverontreiniging, en de bijdrage van de biomassacentrales hierin. Hiervoor is een duidelijke vergelijking nodig van de huidige concentraties fijn stof (PM10, PM2,5 en roet) en NO2 en de situatie met drie biomassacentrales in vol bedrijf (waarbij zowel de bijdrage per biomassacentrale als de gezamenlijke bijdrage inzichtelijk is gemaakt). Daarnaast zou een vergelijking met de totale bijdrage van alle relevante bronnen u meer inzicht geven in de huidige en toekomstige situatie. Op deze manier kan worden bepaald wat de bijdrage van de biomassacentrales is en of wordt voldaan aan de WHO-advieswaarden. Zo kan er een betere inschatting worden gemaakt van de mogelijke gezondheidseffecten. Overigens willen we benadrukken dat het voldoen aan de WHO-advieswaarden niet (juridisch) afdwingbaar is. Wanneer wordt voldaan aan de (wettelijke) milieunormen heeft het bevoegd gezag zeer weinig tot geen handelingsperspectief om handhavend op te treden of extra maatregelen op te laten leggen.

 

  1. De mogelijkheden van de gemeente om vergunningen niet te verlenen of in te trekken.

 

Vergunningverlening is niet onze expertise, de GGD is hiervoor niet het bevoegde gezag en heeft alleen een adviserende rol. Deze vraag kunnen we daarom niet beantwoorden.

 

Samenvatting

In uw e-mail deelt u uw zorgen over de komst van drie biomassacentrales, en u verzoekt ons om te onderzoeken wat dit betekent voor de gezondheid van omwonenden. In deze brief zijn we ingegaan op de verschillende zorgen die u heeft benoemd. Dit zijn reële zorgen, maar helaas beschikken we niet over voldoende informatie om een volledige gezondheidskundige beoordeling te maken. Hopelijk zal het luchtkwaliteitsonderzoek waartoe de gemeenteraad opdracht heeft gegeven meer informatie verschaffen, waardoor we de mogelijke gezondheidseffecten beter kunnen inschatten.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Indien wij in relatie tot de huidige plannen aanvullende informatie ontvangen waardoor wij de gezondheidseffecten beter kunnen duiden, zullen wij deze duiding ook naar u terugkoppelen. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met het team Medische Milieukunde.

 

Met vriendelijke groet,

 

Beleidsmedewerker Medische Milieukunde, GGD Hollands Midden


Terug